Bouwgeschiedenis Dordrecht » Dordrecht tot 1550

Dordrecht is begonnen als een nederzetting in een veenmoeras. Op de oevers van het veenriviertje de Thuredrith, ter hoogte van de Grote Kerk, vormt zich in de tweede helft van de 12de eeuw een verzameling huizen.

Dordrecht ligt gunstig aan een belangrijke scheepvaartroute tussen Holland en Vlaanderen en Engeland en het Rijngebied. Door die gunstige ligging, waarmee Dordrecht zich van andere steden onderscheidt, zorgt ervoor dat de stad zich ontwikkelt tot handelsstad. De belangrijkste handelsproducten zijn hout, wijn en graan.

In 1220 ontvangt Dordrecht stadsrecht van de Graaf van Holland. Er volgt toestemming voor het bouwen van een stadhuis, een stenen gevangenis en een stadsgracht (1271), de latere Spuihaven. Op de plaats van een tufstenen kerk wordt in de 13de eeuw de Grote Kerk gebouwd, in Brabantsgotische stijl. In de 15de eeuw komt  de – nooit voltooide – toren te staan. In de 13de eeuw wordt gestart met de bouw van de stadsmuur en poorten. En rond het tegenwoordige Scheffersplein ontstaat een bestuurlijk centrum met huis Scharlaken als koopmans- en lakenhal en de toltoren.

De graven van Holland logeren regelmatig in herberg Henegouwen aan de Gravenstraat hoek Wijnstraat 155. In de 13e eeuw was het pand eigendom van Graaf Floris V. In de 15e eeuw is de herberg afgebroken en op dezelfde plek het huidige Huis Henegouwen gebouwd.  De graven lieten hun munten slaan in De Munt van Holland aan de Voorstraat. Dichtbij het grafelijk centrum bouwen wijnhandelaren tussen de Wijnstraat en de rivier hun grote koopmanshuizen, met opslag- en werkruimte. 

In 1299 krijgt Dordrecht het stapelrecht. Handelaren worden verplicht hun goederen, per schip via Merwede en Lek aangevoerd, in Dordrecht op te slaan en te verhandelen. In 1355 komt hier het Maasrecht bij. Ook goederen via andere vaarroutes moeten nu op de Dordtse markt worden aangeboden. Dordrecht heeft geen echte marktplaats. De kades en ruimere plekken voor de stadspoorten doen dienst als afzet- of handelsplaats. Vaak gaan de goederen ook direct naar de pakhuizen. 

In 1383 vindt de bouw van een nieuwe lakenhal plaats, over de Voorstraatshaven heen. In 1410 wordt de Nieuwe Haven gegraven om bij storm beschutting te bieden aan schepen. De Voorstraatshaven, nu de Wijnhaven, voldeed bovendien niet meer als doorvaarbare stadshaven, door de bouw in 1383 van een nieuwe lakenhal, vanaf 1544 het Stadhuis van Dordrecht over de Voorstraatshaven heen. De grond ten noorden van de Nieuwe Haven komt hoger te liggen door ophoging met de grond die vrijkomt bij het graven. Zo ontstaat het Nieuwe Werck.

Zo ontwikkelt zich aan de waterzijde het handelscentrum. Tussen water- en landzijde, bij de toltoren, groeit het bestuurscentrum. En aan de landzijde van de Voorstraat vestigen zich in de kleinere smalle straten de ambachtslieden en later ook de winkels. Dordrecht is in de 14de eeuw het economische en commerciële hart van Holland. Dit leidt tot grote uitbreiding van de bebouwing, vooral langs de oevers van de huidige Voorstraats- en Wijnhaven. Veel panden aan de Voorstraat en Wijnstraat, Groenmarkt en Grotekerksbuurt hebben achter jongere gevels nog bouwstructuren uit de periode tot 1550. Het oudste nog bestaande huis van Dordrecht is ’t Zeepaert (1495) aan de Wijnstraat, ook De Gulden Os (1516) aan de Groenmarkt stamt uit deze tijd. Overstromingen in de 15de eeuw, vooral de Sint Elisabethsvloed uit 1421, zorgen gedurende 150 jaar voor stagnatie van de groei. 

De hoofdstructuur van de oude stad Dordrecht is nu nog volledig herkenbaar. De stadsmuur en ca. 18 stadspoorten bijna allemaal gesloopt. De Rondeel Engelenborch (1429) onderdeel van de vestigingstoren en verbonden met de stadsmuur en de Groothoofdspoort (1440-1450) bestaan nog wel.

Meer bouwgeschiedenis Dordrecht

Dordrecht bouwgeschiedenis van 1550 tot 1850

Dordrecht bouwgeschiedenis van 1850 tot 1950

Dordrecht bouwgeschiedenis van 1950 tot 1990